Bagageopslag
Musée d'Orsay

Naast het museum ligt het Musée de la Légion d'honneur et des Ordres de Chevalerie, met collecties Franse militaire standaarden, onderscheidingen, wapens, uniformen en schilderijen. Er zijn ook prachtige standbeelden te bewonderen net buiten het museum die de zes continenten voorstellen. De Jardin de Tuileries en de prachtige kunstgalerie Orangerie liggen ook op loopafstand.

Er is een café in het museum waar lichte maaltijden worden geserveerd, zoals salades en sandwiches, evenals gebak en drankjes. In de omgeving zijn nog veel meer restaurants en cafés te vinden.

Het is elke dag geopend van 9.30 tot 18.00 uur, behalve op maandag, dan is het gesloten en op donderdag, dan blijft het open tot 21.45 uur.

Een standaardticket voor het museum kost €16.

Er is geen korting voor senioren, maar jongeren onder de 18 en EU-burgers onder de 26 krijgen gratis toegang, net als gehandicapten en hun verzorgers.

Het museum ligt aan de oevers van de Seine, in het 7e arrondissement, ongeveer een kilometer ten westen van het Île de la Cité.

Ja, rondleidingen van anderhalf uur kunnen worden geboekt op de website van het museum. De tickets kosten €6 bovenop de standaard ticketprijs. Audiogidsen kunnen ook bij de ingang worden gekocht voor €5.

Het Musée d'Orsay is een van de populairste kunstmusea in Parijs. Dit museum en deze galerie liggen aan de zuidwestelijke oever van de rivier de Seine in het 7e arrondisement en zijn gevestigd in een prachtig oud treinstation in Beaux-Arts stijl. Het gebouw, gebouwd tussen 1898 en 1900, is net zo mooi aan de buitenkant als veel van de prachtige artistieke meesterwerken aan de binnenkant. Het oude treinstation, het Gare d'Orsay, werd net op tijd gebouwd voor de Parijse Expositie van 1900, het werk van architecten Lucien Magne, Émile Bénard en Victor Laloux. Het werd gebouwd op de plaats van het Palais d'Orsay, waar kortstondig de Raad van State was gehuisvest maar dat grotendeels werd verwoest toen het werd verbrand door de soldaten van de Parijse Commune. In de loop van de 20e eeuw werden de korte perrons van het station ongeschikt voor nieuwere, langere treinen die lange afstanden aflegden door het land en Europa. Na 1939 werd het alleen nog gebruikt voor voorstedelijke diensten en tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het een groot postkantoor. Tegen 1970 was het enigszins overbodig geworden als treinstation en werden er plannen goedgekeurd om het prachtige gebouw te slopen; dit plan werd met succes tegengehouden. In plaats daarvan werd het gebouw op de monumentenlijst geplaatst. Vervolgens werd het idee geformuleerd om van het oude gebouw een nieuw kunstmuseum te maken. In 1978 werd een wedstrijd uitgeschreven voor de rechten om 20.000 vierkante meter vloeroppervlak te ontwerpen, verdeeld over vier verdiepingen, om dit nieuwe museum te vormen. De wedstrijd werd gewonnen door Pierre Colboc, Renaud Bardon en Jean-Paul Philippon. De Italiaanse architecte Gae Aulenti werd gekozen om het interieur, de indeling, het meubilair en de inrichting van het museum te ontwerpen. De indeling van de galerijen die zij ontwierp is zeer doordacht en strekt zich uit over de drie hoofdniveaus, die zich onder het atrium van het museum bevinden. Op de begane grond werd een middenschip gevormd uit de omringende stenen structuren die vroeger de perrons van het gebouw vormden toen het een treinstation was. De structuren van het schip verdelen de enorme beeldhouw- en galerieruimtes en creëren overzichtelijke eenheden voor het bekijken van wat er wordt tentoongesteld. President Francois Mitterrand opende het museum officieel in december 1986. Tegenwoordig herbergt het museum enkele van de belangrijkste werken van een reeks impressionistische en post-impressionistische kunstenaars, voornamelijk Fransen, tussen 1848 en 1914. Meesterwerken van Morisot, Sisley, Monet, Manet, Seurat, Renoir, Degas, van Gogh en Cézanne zijn in het museum ondergebracht. Er is ook een verzameling beeldhouwwerken van de beroemdste beeldhouwers uit de 19e eeuw; het museum bezit meer dan 2.200 werken van onder andere Rodin, Gaugin en Maillol. Met zulke gewaardeerde en prachtige werken van enkele van de beroemdste kunstenaars en beeldhouwers uit de geschiedenis op zo'n centrale locatie in de stad, is het geen verrassing dat het museum ongelooflijk populair is bij toeristen die Parijs bezoeken. In 2022 passeerden 3,2 miljoen bezoekers het museum, een daling ten opzichte van de 3,6 miljoen bezoekers in 2019 vóór de COVID-19 pandemie. Toch is het een enorm drukke, populaire bestemming, dus het is aan te raden om vooraf een kaartje te reserveren of te proberen op een rustig tijdstip te gaan!